TELEFOONNUMMER: 040 254 92 30

Schouder

Schouder

Schouderklachten komen steeds vaker voor en gezien de complexe functie van het schoudergewricht hebben zowel de orthopeden als fysiotherapeuten zich de afgelopen jaren verbeterd in de expertise hiervan. Dit geldt zowel voor de diagnostiek en therapie/ behandeling. Om de expertise te waarborgen zijn er diverse schoudernetwerken in Nederland waarbij eisen worden gesteld aan deelname (o.a. cursussen, deelname aan symposia, vergaderingen, minimaal 50% schouder patiënten).

Bekende schouderblessures

  • peesblessure (pees is ingescheurd, afgescheurd, gezwollen, versleten/ degeneratief, pees bevat kalk);
  • slijmbeursontsteking;
  • frozen shoulder;
  • schouderinstabiliteit;
  • schouderlaxiteit;
  • verkeerd bewegen van het schouderblad (scapuladyskinesie);
  • schouderslijtage (omarthrosis);
  • schouderklachten na breuk bovenarm (humerusfractuur);
  • aandoeningen sleutelbeen (breuk, instabiliteit, hoogstand);
  • TOS Thoracic Outlet Syndrome (klachten in de arm doordat zenuwen en/of bloedvaten door botten of spieren afgekneld worden);
  • bijzondere aandoeningen (bijv Neuralgische Amyotrofie ; klachten op basis van een zenuwontsteking);

Diagnostiek

Diagnostiek vind plaats door middel van een gerichte anamnese, inspectie en een actief en passief bewegingsonderzoek .
Daarna volgt verder onderzoek door middel van valide provocatietesten om er achter te komen welke structuur geblesseerd is. Dit kan het gewricht zijn, een slijmbeurs of wat vaak voorkomt een pees (rotator cuff). Peesblessures ontstaan vaak ten gevolge van overbelasting, degeneratie bij ouderen of een val (trauma). Dit leidt vaak tot verkeerd bewegen waardoor de pees ingeklemd kan worden (impingement). Indien nodig vindt er na overleg met huisarts beeldvorming plaats in de vorm van röntgenfoto’s en ECHO.

Diagnostiek

Diagnostiek vind plaats door middel van een gerichte anamnese, inspectie en een actief en passief bewegingsonderzoek .
Daarna volgt verder onderzoek door middel van valide provocatietesten om er achter te komen welke structuur geblesseerd is. Dit kan het gewricht zijn, een slijmbeurs of wat vaak voorkomt een pees (rotator cuff). Peesblessures ontstaan vaak ten gevolge van overbelasting, degeneratie bij ouderen of een val (trauma). Dit leidt vaak tot verkeerd bewegen waardoor de pees ingeklemd kan worden (impingement). Indien nodig vindt er na overleg met huisarts beeldvorming plaats in de vorm van röntgenfoto’s en ECHO.

Conservatief therapie

Een gericht behandelplan en goede behandelingen moeten normaal gesproken leiden tot herstel. Therapie kan bestaan uit:

  • adviezen wat wel en niet te doen;
  • mobilisering en stabilisering van het schouder(gordel)gewricht;
  • verbetering van de bewegingscoördinatie;
  • trainen van de rotator cuff;
  • vergroten van de belastbaarheid in werk, hobby en sport.

Vindt er onvoldoende herstel plaats binnen een van te voren besproken periode, dan kan de therapie ondersteund worden met medicatie (medicijnen en/of een injectie). Evaluatie tussen fysiotherapeut en patiënt zorgt voor duidelijkheid met betrekking tot het herstel.

Postoperatieve therapie

Indien het voortraject, (het conservatief beleid), niet leidt tot herstel kan in overleg met de huisarts verwijzing naar een schouder orthopeed plaats vinden. Een MRI-scan bevestigt dan vaak waarom de fysiotherapie niet is gelukt. Via een operatie kan de orthopedisch chirurg de blessure herstellen waarna een gerichte, vaak geprotocolleerde, revalidatie plaats vindt. Tussentijds zijn er controles in het ziekenhuis tot uiteindelijk volledig herstel (voor werk, hobby en sport). Er zijn een aantal fases te beschrijven:

  1. Immobilisatie van de schouder met behulp van een sling. Dit kan 2-6 weken duren.
  2. Mobilisering van de schouder.
  3. Aanleren van een goed bewegingspatroon.
  4. Herstel van de schouderspieren en pezen in de vorm van opbouwende krachttraining.

Het schoudernetwerk Noord Brabant heeft de ambitie om door samenwerking met fysiotherapeuten, huisartsen, orthopeden, radiologen en de pijnpoli een optimale kwaliteit van zorg te leveren aan patiënten met schouderproblematiek. Dit zowel door de uitstekende ontwikkelde diagnostische vaardigheden als de expertise in behandeling (conservatief en postoperatief). Door de samenwerking wordt op een eenduidige manier gecommuniceerd naar zowel verwijzers als patiënten. De patiënten ontvangen hierdoor de behandeling met het beste resultaat. Het SNNB is betrouwbaar, degelijk en consistent.

Schouderprothese

De laatste jaren is ook het schoudergewricht, net zoals de heup en knie, te vervangen door een prothese. Pijnverlichting staat hierbij centraal ; de functie is afhankelijk van de kwaliteit van de schouderspieren . Naast de gewone prothese (schouderkom is hol en schouderkop is bol) is ook een omgekeerd of reversed schouderprothese mogelijk. Hierbij is de kom bol en de kop hol.

De laatste techniek wordt toegepast indien naast de artrose (slijtage) van het schoudergewricht ook de rotator cuff van slechte kwaliteit is. Pijn zal nihil zijn maar de functie zal beperkt blijven. Revalidatie van de schouderprothese (4-6 maanden) wordt uitgevoerd door een schouderfysiotherapeut middels een protocol met tussentijdse controles in het ziekenhuis bij de schouderorthopeed.

Contact

Vragen of opmerkingen?